Wildplukken is een hobby waarbij planten, kruiden en fruit worden gezocht en gegeten. Mensen foerageren al sinds het begin der tijden om in de hagen, bomen en struiken lekkernijen te vinden. Heerlijke snacks wachten op je bij avontuur nr. 21 op onze lijst met ’50 toppers’.
Je kan bijna overal in de natuur wild eten vinden. Wanneer je op het platteland bent, houd dan je ogen open voor snacks in de bomen, in de hagen en ook op de grond. Wat kan je vinden? Struiken kunnen vol zitten met bramen. Staan er fruitbomen met appels, pruimen of peren te wachten om geplukt te worden? Misschien zit er geurende daslook onder je voet? Kijk wat je kan vinden.
Je spot wellicht ook andere hongerige monden op zoek naar lekkernijen. Genieten de vogels van bessen in de struiken? Misschien smullen insecten van een maaltijd met gevallen appels. Kijk welke andere dieren je ziet knabbelen terwijl je foerageert. En zorg ervoor dat je je buit met hen deelt.
Welke tijd van het jaar is het?
Je kan op elk moment van het jaar naar wild eten zoeken; je moet gewoon weten dat sommige seizoenen minder te bieden hebben, terwijl andere overvloedig zijn (zoals de herfst). En, weet je, verschillende wilde planten noemen we onkruid – maar velen zijn eetbaar en lekker.
In mei en juni zijn er vooral kruiden en planten voor handen. Wist je dat je de bladeren van een lindeboom kunt eten? Klaver is ook lekker (maar laat veel over voor de bijen, ze zijn er dol op). Paardenbloem, viooltjes en wilde knoflook zijn ook in overvloed te vinden.
Juli, augustus en september brengen smakelijke traktaties zoals bosbessen, knoflookmosterd, bramen, appels, frambozen en natuurlijk de grote favoriet: aardbeien.
In oktober, november en december vind je smakelijke noten in overvloed. Denk maar aan beukennootjes, hazelnoten, tamme kastanjes (deze moeten eerst worden gepoft) en walnoten.
Je verzameling koken
Veel dingen die je zoekt, kan je direct uit de boom of struik eten. Sommigen smaken nog beter wanneer ze in een salade worden gedaan of overgoten om een fruitige thee te maken. Je kan ze ook toevoegen aan een recept en bakken in de oven.
Let op
- Eet alleen wat je herkent. Als je niet weet wat het is, eet het dan niet.
- Sommige paddenstoelen zijn heel giftig. Pluk alleen als je met een volwassene bent die veilig kan identificeren wat eetbaar is en wat niet.
- Pas op voor stekels en braamstruiken wanneer je door de hagen struint.
- Bijen en
wespen zijn ook dol op het zoete fruit en de bessen die in het wild te vinden zijn. Let op dat je ze niet stoort of bang maakt – je kan ook gestoken worden.
- Eet duurzaam. Dat betekent, neem een beetje wat van wat je vindt en laat genoeg voor dieren, insecten en voor de plant om zich uit te zaaien. Verzamel alleen wat er in overvloed is.